Z1-2 loopje met versnellingen

Het schema gaf voor vanavond een 60 minuten loopje aan in Z1-2, hartslag 146 met daarna 3 versnellingen*

Altijd weer even puzzelen waar de route na toe zou gaan. Ik heb gekozen voor de landelijke omgeving door de zeer bekende plaatsen Woubrugge en Rijnsaterwoude, nou ja, voor Rinus dan erg bekend.

Waar dan??

Tijdens het omkleden en het wisselen van mijn zooltjes paniek… mijn koeprintzooltjes zaten al in mijn schoenen maar ik had maar één geel nikezooltje… help.. waar is de andere? zoek zoek…. mijn linkerschoen zat wat krap…mmm… ah.. gevonden… Twee zooltjes in mijn linkerschoen en een halve zool die weer slim bezig was..

Afijn, richting Woubrugge vertrokken en na 5 minuten warming up en rek/strek richting weer verder de landerijen in. De laatste keer dat ik deze route liep is alweer een tijdje geleden, 12 december om precies te zijn en dat is wel leuk om even de training van vandaag met die van toen te vergelijken.

Na 25 minuten weer even gestopt om zooltjes te wisselen en een foto’tje te schieten. Mijn Nokia’tje maakt geen superfoto’s maar het toestel past wel precies in het kleine zakje van mijn drinkgordel.


woudesedijk-zuid
Van Woubrugge, via de Woudsedijk-Zuid naar Rijnsaterwoude

Ik ga mijn loopcoach Rob vragen of ik sneller helemaal over mag naar mijn nieuwe zooltjes. Ik heb na het wisselen toch wat last van mijn rechterkuit en ga ervanuit dat dat door mijn standaard zooltjes komt.

De versnellingen na de 60 minuten loop gingen ook goed. Opbouwende spintjes over 80 meter van rustig dribbelen naar max 17 km/u.

De vergelijking met 12 december, over dezelfde afstand (10,9KM) gemeten:

toen: 59:39 10,9 km/u, 925 Kcal, gem. hartslag 155 bpm
-nu: 57:56, 11,3 km/u, 851 Kcal, gem. hartslag 147 bpm

Opvallend is de hogere snelheid bij een lagere hartslag, kortom, die Z1 loopjes werken echt!

*Klik “lees hier meer” voor definitie van versnellingen volgens Rob:

Dat zijn korte loopje over ongeveer 80 meter. Je loopt heen-en-weer. De heenrichting gaat snel, het stukje terug is bedoeld als herstel en kan heel rustig joggend, maar ook wandelend afgelegd worden. Tijdens het snelle gedeelte wordt de snelheid heel geleidelijk opgebouwd. Je begint rustig joggend, na 20m loop je op 25% van je topsnelheid; na 40m loop je met pakweg 50% daarvan, na 60m zit je al in de buurt van de 75% en de laatste 10m gaan in ongeveer 90%. Ga niet helemaal voluit sprinten, de kans op blessures is dan groot en bovendien verlies je de controle over je beweging. Aan het eind van die 80m niet meteen vol in de remmen, maar rustig uitrollen, omdraaien en weer terugjoggen (of wandelen) naar het begin voor de volgende versnelling.
Het doel van deze loopjes is verbetering van de snelheid, coördinatie en kracht.

>